Informatie over het indisch cultureel erfgoed en Indonesië
Hier gaat het allemaal om: De nootmuskaatnoot (palla) die bestaat uit een zachte dikke schil met daarin de donkerbruine noot, die ingepakt is in een roodgekleurd velletje, de foelie. Alle onderdelen worden gebruikt. Er bestaat ook een soort met witte foelie, maar die is minder gezocht.
De noot wordt met een mandje aan een stok van de boom getrokken
Van de mindere noten wordt ook jam (salei) gemaakt.
De buitenste schil wordt gesuikerd en gedroogd en smaakt dan als een soort sucade
De noten worden in de zon gedroogd, evenals de foelie. De oude perkeniers gaven er echter de voorkeur aan de noten op droogzolders in het donker te drogen. De smaak zou dan beter behouden woorden. Dit is een van de weinige droogzolders die nog in gebruik is, hij ligt bij de perk van Van de Broeke op Lontor
De kenariboom levert ook noten op, die naar amandelen smaken. Ze worden dan ook o.a. gebruikt voor koekjes en snoepjes. Het hout is stevig en omdat grote bomen schaars zijn, is het erg gezocht om prauwen van te maken
Je kan de noten ook door een destillatieproces halen. Het resultaat is nootmuskaatolie, die onder andere wordt gebruikt in veel massagebalsems (obat), en die ontsmettend werkt
Het schilletje, (palla), de foelie, is ook al eeuwenlang bekend in de Europese keuken
De jonge nootmuskaatboompjes worden naar alle delen van Indonesie gëxporteerd
De nootmuskaatboom groeit het beste in de schaduw van een grotere boom. Traditioneel wordt hiervoor de kenariboom (links) aangeplant, een machtige boom die makkelijk 40 meter kan worden. Daaronder (rechts) staan de nootmuskaatbomen, die meestal niet hoger dan 10 meter worden en vaak nog lager. Dat is makkelijker bij het oogsten.
De muskaatnoot kennen we nu vooral als keukenkruid, maar dat was niet altijd zo. In de vroege middeleeuwen , toen de handel nog in handen was van de chinezen en het via de zijderoute in Europa kwam, werd het vooral ter voorkoming van de pest gebruikt. Later ontdekt men dat voedsel dat bereid was met dit kruid minder snel bederft. Door de import van de VOC werd nootmuskaat in Nederland een algemeen toegepast keukenkruid, Van soepen en sauzen, tot kruidkoek en tabakssnuif